Problemen bij aantonen desinformatie

Publicatiedatum: 20-11-2024


Inhoudsopgave

  1. De impact van desinformatie volgens BZK
  2. Definitie desinformatie
  3. Hoe is desinformatie vast te stellen?
  4. Het ontbreken van een normatief kader.
  5. Het adresseren van desinformatie
  6. Hoe werken factcheckers?
    1. Analyse factcheck deCheckers
    2. Analyse factcheck BeNedMo
    3. De factcheck en desinformatie.
  7. Samenvatting/conclusie
  8. Tot slot
    1. Laster
    2. Voor politici
  9. Referenties


1-De impact van desinformatie volgens BZK

In juni 2024 heeft Hugo de Jonge (CDA) minister van BZK (het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met aanvullende maatregelen om de ondermijnende impact van desinformatie tegen te gaan. Hij begint zijn brief met:

…”De verspreiding van desinformatie, uit zowel binnen- als buitenland, vormt een groot risico voor het vrije en open debat. Dit debat is cruciaal voor het functioneren van onze democratische rechtsstaat.”…
(kst-30821-230 p.1) [1]

Hiermee wordt het begrip desinformatie zwaar aangezet. In de brief is een definitie van desinformatie opgenomen.

(Naar de Inhoudsopgave)


2-Definitie desinformatie

De definitie van desinformatie is overgenomen uit de brief van 23 december 2022 (kst-30821-173 p.1) van zijn voorgangster mevrouw Hanke Bruins Slot (CDA). Hiermee herbevestigt de minister deze definitie.

…”Desinformatie is (onafhankelijk van de inhoud, producent/verspreider of wijze van verspreiding), het doelbewust, veelal heimelijk, verspreiden van misleidende informatie, met het doel om schade toe te brengen aan het publieke debat, democratische processen, de open en kenniseconomie of volksgezondheid.

Daarmee kan het de nationale veiligheid raken. Het is een vorm van schadelijk, maar vaak legaal gedrag. Desinformatie hoeft niet altijd onjuiste informatie te bevatten. Het kan een combinatie zijn van feitelijke, onjuiste of deel onjuiste informatie, maar altijd met de intentie om te misleiden en te schaden.”…
(kst-30821-230 p.1) [1]
(kst-30821-173 p.1) [2]

De kwalificatie van desinformatie zou dus alleen mogen worden gebruikt als aan die informatie aan deze definitie voldoet. Maar is het met deze definitie nu toetsbaar wanneer misleidende informatie als desinformatie is te kwalificeren?

(Naar de Inhoudsopgave)


3-Hoe is desinformatie vast te stellen?

Bij het vaststellen van desinformatie zal je antwoord moeten geven op een aantal vragen:

  1. Gaat het om het misleidende informatie?
  2. Is de informatie doelbewust verspreid?
  3. Is het met het doel verspreid om schade toe te brengen aan één of meer van de onderstaande onderwerpen:
    1. het publieke debat;
    2. democratische processen;
    3. de open en kenniseconomie;
    4. de volksgezondheid?
  4. Heeft het de intentie om te misleiden en te schaden?

Een simpel "ja" antwoorden op de vragen voldoet niet. Dat "ja" zal onderbouwd moeten worden. Maar welke onderbouwing voldoet? Het beweren dat democratische processen schade hebben opgelopen is wat anders dan het plausibel maken dat schade is toegebracht. Maar is het wijzen op een risico van schade ook voldoende? Wanneer is er trouwens sprake van schade?

De brief van 17 juni 2024 geeft daar geen duidelijkheid over. Een kader om de onderbouwing te kunnen toetsen is noodzakelijk. Dan is eenduidig vast te stellen wanneer er wel en geen sprake is van desinformatie. Dat normatieve kader ontbreekt nu.

(Naar de Inhoudsopgave)


4-De grenzen van een normatief kader.

Om de grenzen van dit normatieve kader te bepalen is het nodig om de onderstaande vragen te beantwoorden.

A. Wie bepaalt op basis waarvan wat misleidende informatie is?

Dat leidt tot de volgende vraag over de invloed van desinformatie op het publieke debat:

B. Wie bepaalt op basis van wat wanneer er door wie welke schade is toegebracht aan dat publieke debat?

De daarbij horende samenhangende aspecten zijn:

- Wanneer is er sprake van een publiek debat?
- Wie mogen deelnemen aan een publiek debat?
- Wie bepaalt de spelregels van een publiek debat?

Verder staat in de omschrijving dat desinformatie ook schade toebrengt aan de democratische processen, de open en kenniseconomie of de volksgezondheid. Dit vraagt om meer duidelijkheid.

C. Wie bepaalt op basis van wat, wanneer en door wie welke schade is toegebracht aan:
- welk democratisch proces;
- de democratische rechtsstaat;
- de open en kenniseconomie of de volksgezondheid?

Een cruciale zin in de omschrijving van desinformatie is:

…”Desinformatie heeft altijd de intentie om te misleiden en te schaden.”…

Deze noodzakelijke voorwaarde bij de vaststelling van desinformatie leidt tot de vraag:

D. Wie bepaalt op basis waarvan wanneer die intentie bewezen is verklaard?

Het zal duidelijk zijn dat de antwoorden op deze vragen de grenzen van de definitie helder in kaart moeten brengen. Gebeurt dat niet dan bestaat het risico dat gelijke beweringen niet op eenzelfde oordeel kunnen rekenen. Maar ook kunnen verschillende beweringen onder dezelfde beoordeling worden geschoven. Oftewel over één kam worden geschoren. Dit voorkom je niet door het vaststellen van desinformatie over te laten aan professionals .

(Naar de Inhoudsopgave)


5-Het adresseren van desinformatie

In de brief van 14 juni 2019 aan de Tweede Kamer schrijft de minister van BZK, Kasja Ollongren (D66):

…”Het adresseren van desinformatie is primair geen taak van overheden of EU-instituties maar van niet-gouvernementele actoren zoals, onafhankelijke media, online platforms en wetenschappers.”…(kst-30821-91 p.2) [3]

In de brief van 17 juni 2024 aan de Tweede Kamer van Hugo de Jonge (CDA) wordt een belangrijke rol toegekend aan factcheckers:

…” Het kabinet gaat factchecken als essentieel onderdeel van de maatschappij stimuleren, waarbij de onafhankelijkheid van factcheckers gewaarborgd moet blijven. Het Ministerie van BZK geeft daarom een aanvullende subsidie aan het BENEDMO consortium, zodat het factcheckers netwerk in Nederland wordt versterkt”…
(Kst-30821-230 p.7) [1]

Met een subsidie zet je de onafhankelijkheid onder druk: “wiens brood met eet, diens woord men spreekt”.

Over de uitvoeringsmodaliteiten waarbinnen de niet-gouvernementele actoren hun rol moeten gaan vormgeven is niets te lezen. Veel is nu onduidelijk. Moeten zij zich moeten houden aan de definitie van de regering bij het vaststellen van desinformatie? Wanneer mag welke sanctie worden opgelegd? Welke informatie wordt aan de overtreder verstrekt? Is verweer mogelijk? Mag het bericht blijven staan zolang het verweer loopt? Mag dat niet en na verloop van tijd blijkt dat het bericht alsnog mag worden vertoond, dan is het effect weg of sterk verminderd en heeft de verkapte censuur zijn werk gedaan.

Met het van subsidiëren van factcheckers zal het beleid van de overheid en de communicatie daarover eerder uitgangspunt zijn dan onderwerp van onderzoek. Zonder helderheid te geven over de uitvoeringmodaliteiten van niet-gouvernementele actoren zal bij het adresseren van desinformatie al dan niet verkapte censuur eerder regel dan uitzondering zijn. Door weg te kijken van dit risico roept de regering de verdenking over zich op dat dit bewust beleid is.

(Naar de Inhoudsopgave)


6-Hoe werken factcheckers

Factcheckers komen nu niet veel verder dan het weerleggen van een bewering. De kwaliteit daarvan gaat aan belang winnen als die uitspraken gevolgen gaan hebben bij de bestrijding van desinformatie. Kan je blindelings vertrouwen op het werk van factcheckers? Twee uitspraken zijn geanalyseerd. De ene bewering is te vinden op de website van deCheckers en de op de website van BeNedMo.

(Naar de Inhoudsopgave)


6.a Aanalyse factcheck deCheckers

Inleiding

Wie zijn deCheckers?

…” Onze missie is om mensen te helpen in de digitale wereld hun weg te vinden tussen feit en fictie of tussen bewijs en gerucht, en om iedereen aan te moedigen om gezond kritisch te kijken naar digitale content.

deCheckers willen bijdragen aan een respectvolle en samenwerkende digitale wereld waarin opinies vrij zijn en mensen elkaar kunnen verrijken met inzichten.”…
[4]

Onderzoekvaccins heeft een factcheck geanalyseerd van Factcheck Vlaanderen die op 17 december 2021 op de website van deCheckers is gepubliceerd (zie afbeelding 1). Bij deze analyse is gekeken naar de bewering, de conclusie en de onderbouwing daarvan. De analyse is afgesloten met een oordeel over deze factcheck.

Afbeelding 1: factcheck gepubliceerd op 17 december 2021 op de website van deCheckers [5]

De bewering:

"Pfizer stopte 1.223 doden en nog veel meer bijwerkingen in de doofpot."

De conclusie van deCheckers:

Het klopt niet dat Pfizer in januari (2021) doelbewust meer dan duizend doden verzweeg. De bijwerkingen die het bedrijf vermeldt in de documenten zijn immers niet noodzakelijk te wijten aan de toediening van het vaccin. Het gaat om voorvallen die tijdens de periode ná de vaccinatie plaatsvonden, maar er niet per se door veroorzaakt werden.

Wat is daar tegenin te brengen?

Pfizer wilde dit document na 75 jaar openbaar maken. Het document is pas na een rechterlijke uitspraak door Pfizer vrijgegeven. Pfizer stond dus niet popelen om deze informatie openbaar te maken. Het valt te billijken om dan de conclusie trekken dat Pfizer deze informatie in de doofpot wilde stoppen. In het document van Pfizer staat dat het gaat om 1223 overlijdensgevallen. In dat document staan ook de aantallen van andere bijwerkingen.

De bewering klopt dus.

Opmerkelijke punten in de factcheck:

1) De factcheck gaat over iets anders gaat dan wat in de bewering staat:

De bewering: "Pfizer stopte 1.223 doden en nog veel meer bijwerkingen in de doofpot."
De factcheck: “duizend overlijdens in document Pfizer zijn niet noodzakelijk te wijten aan vaccin”

2) In de toelichting bij de factcheck staat een verwijzing naar de bewering die is onderzocht:

…”Recent verschenen enkele artikels die stelden dat Pfizer in januari 2021 al op de hoogte zou zijn geweest van meer dan duizend doden als gevolg van hun vaccin tegen COVID-19.”…

Een citaat met bronvermelding van deze bewering ontbreekt. De relatie tussen die bewering en de analyse waarop de factcheck wel betrekking heeft, is daardoor niet te controleren.

3) Bij de overlijdensgevallen in het document van Pfizer gaat het om meldingen van overlijden na de COVID-19 vaccinatie. Daarmee staat niet vast dat de vaccinatie de oorzaak is van het overlijden, maar je kan zeker niet uitsluiten dat het vaccin de oorzaak is van het overlijden of daar een cruciale rol bij heeft gespeeld.

4) In de factcheck staat dat het gaat om duizend overlijdens. Het feitelijke aantal is 1223. Er zou dus op zijn minst “meer dan duizend” moeten hebben gestaan. Nu is de logische vraag: en hoe zit het met die andere 223 overlijdensgevallen.

Het oordeel van Onderzoekvaccins over deze factcheck

Onvoldoende

(Naar de Inhoudsopgave)


6.b Analyse factcheck
BeNedMo

Inleiding

De tweede factcheck, die Onderzoekvaccins heeft geanalyseerd, is ook van Factcheck Vlaanderen. Deze factcheck is gepubliceerd op 17 januari 2024 op de website van BeNedMo (zie afbeelding 2). BeNedMo is Vlaams-Nederlandse samenwerking tegen desinformatie, voor en door factcheckers, mediaprofessionals, wetenschappers en andere experts. [6]

Bij deze analyse van Onderzoekvaccins is ook gekeken naar de bewering, de conclusie en de onderbouwing van de factcheck. De analyse is eveneens afgesloten met een oordeel over deze factcheck.

De analyse van de factcheck

Afbeelding 2: factcheck gepubliceerd op 17 januari 2024 op de website van BeNedMo [7]

Bewering

Coronavaccins veroorzaken Long Covid.

Factcheck

De factchecker wijst op grote onderzoeken die aantonen dat wie ondanks vaccinatie toch besmet wordt met COVID-19, net meer beschermd is tegen Long Covid.

Conclusie factchecker

Nee, Coronavaccins veroorzaken geen Long Covid.

Wat is daar tegen in te brengen?

1) In de toelichting is geen tekstueel voorbeeld te vinden met bronvermelding. Je weet nu niet wat de exacte bewering is en in welke context die bewering is gedaan. Het maakt nogal wat uit of het gaat om een samenhang tussen het coronavaccin en Long Covis of om een causaal verband.

2) Het bijwerkingencentrum Lareb adviseert verder onderzoek naar een verband tussen coronavaccins en gezondheidsklachten die lijken op het postcovidsyndroom. [8] In tegenstelling tot de factchecker wijst het Lareb een verband tussen Long Covid en de covidvaccins niet met stelligheid af.

3) In de toelichting geeft de facktchecker aan dat we ziekte Long Covid nog niet volledig begrijpen. Daarmee ondergraaft de factchecker de stelligheid van de eigen conclusie.

4) De factcheckers verwijzen onder andere naar een Noors onderzoek. In deze studie is te lezen dat de onderzoekers een negatief verband vinden tussen vaccinatie en post-COVID in een bivariate analyse. Dit verband verdwijnt echter bij een multivariate analyse

.…”Vaccination was strongly (negatively) associated with the post-COVID condition in the bivariate model (OR = 0.33, 95% CI 0.29–0.38), however, the association was not present in the multivariate model, which included virus types (aOR = 1.01, 95% CI 0.80–1.28).”… [9]

Het oordeel van Onderzoekvaccins over deze factcheck:

De stellige bewering van de factchecker, dat er geen verband is tussen vaccinatie en Long Covid, is onterecht. Het wordt immers niet door het Noorse onderzoek bevestigd.

(Naar de Inhoudsopgave)


6.c De factcheck en desinformatie

Het vaststellen of een bewering juist dan wel onjuist is vormt de basis voor het vaststellen van desinformatie. Van twee oordelen van factcheckers, die door Onderzoekvaccins nader zijn geanalyseerd, is hier vastgesteld dat de kwaliteit ondermaats is. Het is niet verstandig blindelings te vertrouwen op het werk vande factcheckers. Het roept eerder de vraag op: Wie checkt de factchecker?

(Naar de Inhoudsopgave)

7-Samenvatting/Conclusie

Samenvatting

- Definitie

In de brief aan de Tweede Kamer van 23 december 2022 (kst-30821-173) van de minister van BZK mevrouw Hanke Bruins Slot staat voor het eerst de definitie van desinformatie beschreven. Hugo de Jonge herbevestigt die definitie in zijn brief van 17 juni 2024 (kst-30821-230).

Uit de definitie blijkt dat desinformatie meer is dan alleen misinformatie. Bij desinformatie is altijd sprake van een intentie om te misleiden en te schaden.

- Beperking gebruik definitie

In beide brieven ontbreekt de aandacht voor een normatief kader om eenduidig te kunnen detecteren wanneer een bericht aan die definitie voldoet. (zie H4)

- Geen uitgewerkte voorbeelden

In brief van 17 juni 2024 van de minister van BZK aan de Tweede Kamer zijn talloze verwijzingen naar voorbeelden van desinformatie. Maar nergens is aangetoond dat die voldoen aan de definitie van desinformatie.

- Adresseren desinformatie

Hoewel desinformatie de nationale veiligheid raakt wordt het adresseren van desinformatie over gelaten aan niet-gouvernementele actoren zoals, onafhankelijke media, online platforms en wetenschappers. Over de uitvoering daarvan is niets te vinden. Zonder heldere uitvoeringsmodaliteiten zal willekeur eerder regel dan uitzondering zijn (H5).

- Rol factcheckers

Het facktchecken krijgt een centrale rol bij het vaststellen van desinformatie. Het ministerie van BZK zal daarom een aanvullende subsidie aan het BENEDMO consortium gaan geven. Daaraan wordt door de minister dat ze daarmee hun onafhankelijkheid van dit consortium willen te waarborgen. Hiermee kijkt de regering weg van het risico dat door die financiële afhankelijkheid het overheidsbeleid en de communicatie daarover niet snel onderwerp van onderzoek zal zijn.

- Kwaliteit factcheckers

Van twee beweringen die zijn gefactcheckt is de kwaliteit ondermaats. (zie H6) En dan moet nog vastgesteld worden of er sprake is van desinformatie. Ook hier geldt: garbage in - garbage out.

Conclusie

Het is niet uit te sluiten dat de regering met dit beleid ook critici met onwelgevallige informatie wil kunnen aanpakken.

  • Met het adresseerden van desinformatie aan niet gouvernementele actoren zorgt de overheid ervoor dat gedoe niet bij de overheid maar bij deze actoren zal gaan ontstaan. Dat beleid zal de polarisatie aanwakkeren.
  • Er is geen normatief kader is om desinformatie te kunnen vaststellen. Nergens blijkt dat de overheid van plan is om dit te gaan ontwikkelen. Daarmee wordt weggekeken van het risico op willekeur bij het vaststellen van desinformatie.
  • Zonder helderheid te geven over de uitvoeringmodaliteiten voor de niet-gouvernementele actoren bij het adresseren van desinformatie zal al dan niet verkapte censuur eerder regel dan uitzondering zijn. Door weg te kijken van dit risico wordt het beeld op geroepen dat de regering met het beleid, dat onder Rutte III en IV is vorm gegeven, censuur aan het faciliteren is.
  • Het argument om met een aanvullende subsidie aan het BENEDMO consortium de onafhankelijkheid van deze factchecker te waarborgen is naïef. Wiens brood men eet diens woord men spreekt.
  • Met deze maatregelen wordt geen enkele poging gedaan om te voorkomen dat het overheidsbeleid en de communicatie daarover leidend moet zijn in de strijd tegen desinformatie. Daarmee laden ze de verdenking op zich dat dit bewust beleid is. En dan is er toch sprake van sturing van de overheid om onwelgevallige informatie aan tel kunnen aanpakken.

(Naar de Inhoudsopgave)


8-Tot slot


8.a Laster

Met het beweren dat een actor desinformatie verspreid zeg je dus dat die actor schade heeft toegebracht aan de democratische rechtsstaat en dat er ook de intentie was om die schade te veroorzaken.

Om aan te tonen dat er sprake is van desinformatie, is de constatering van een factchecker, dat een bewering onjuist is, uiteraard niet voldoende. De schade en de intentie moeten dan ook nog worden aangetoond.

Als niet onomstotelijk is aan te tonen dat het bericht voldoet aan de definitie van BZK dan mag je iemand niet beschuldiging van het verspreiden van desinformatie. Het verspreiden van desinformatie mag dan legaal zijn. Maar iemand onterecht betichten van het verspreiden van desinformatie kan worden gezien als laster.

(Naar de Inhoudsopgave)


8.b Voor politici

In brief van 17 juni 2024(kst-30821-230) van de minister van BZK aan de Tweede Kamer zijn talloze verwijzingen naar voorbeelden van desinformatie. Maar nergens is aangetoond dat die voldoen aan de definitie van desinformatie.

Veelvuldig wordt verwezen naar buitenlandse actoren, maar is dat voldoende om desinformatie als generiek probleem te adresseren. Is het optuigen van een hele infrastructuur daarmee niet disproportioneel t.o.v. de problematiek. In het verlengde daarvan is het maar de vraag of wordt voldaan aan subsidiariteitsbeginsel. En tenslotte is er het volledig negeren van het risico op censuur bij het bestrijden van desinformatie. Is daarover op korte termijn nadere regelgeving tegemoet te zien?

(Naar de Inhoudsopgave)


9-Referenties

[1] De Kamerbrief (kst-30821-230) van 17 juni 2024 met aanvullende maatregelen om de ondermijnende impact van desinformatie tegen te gaan.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30821-230.pdf

[2] De Kamerbrief (kst-30821-173) van 23 december 2022 met een herziening van de Rijksbrede strategie van desinformatie.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30821-173.pdf

[3] De Kamerbrief (kst-30821-91) van 14 juni 2019 met daarin een Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30821-91.pdf

[4] Missie van deCheckers
https://www.decheckers.be/over-ons
Geraadpleegd op 1 november 2024

[5] Factcheck gepubliceerd op 17 december 2021 op de website van deCheckers.
https://www.decheckers.be/factchecks/duizend-overlijdens-in-document-pfizer-zijn-niet-noodzakelijk-te-wijten-aan-vaccin
Geraadpleegd op 1 november 2024

[6] De website van BeNedMO
https://benedmo.eu/

[7] Factcheck gepubliceerd op 17 januari 2024 op de website van BeNedMo.
https://factcheck.vlaanderen/factcheck/coronavaccins-kunnen-beschermen-tegen-long-covid
Geraadpleegd op 1 november 2024

[8] https://www.nu.nl/binnenland/6298993/postcovidklachten-na-coronavaccin-waarom-nader-onderzoek-nodig-is.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.bing.com%2F
Gepubliceerd: 25 januari 2024
Geraadpleegd op 1 november 2024

[9] Reme, BA., Gjesvik, J. & Magnusson, K. Predictors of the post-COVID condition following mild SARS-CoV-2 infection. Nat Commun 14, 5839 (2023). https://doi.org/10.1038/s41467-023-41541-x
Gepubliceerd op 20 september 2023.

(Naar de Inhoudsopgave)

* * * * *

1 Naar: Homepage Onderzoekvaccins

2 Naar: Facebook Onderzoekvaccins

3 Naar: MeWe Onderzoekvaccins:

4 Naar: Telegramkanaal Onderzoekvaccins 

Abonneer je op het Telegramkanaal en je wordt op de hoogte gehouden van nieuwe publicaties op deze website. Het abonneren in Telegram is hetzelfde als volgen op Facebook.