kritische punten uit eerdere (BMR) publicaties

Publicatiedatum: 11-07-2025

Een compilatie van aantekeningen bij en uit eerdere publicaties met betrekking de BMR vaccinatie.


Inhoudsopgave

1 De aangeboden waarheid.
2 In Nederland geldt het idee van groepsbescherming niet volgens het RIVM.
3 Grootschalige mazelen epidemie bij hoge vaccinatiegraad.
4 Een wetenschappelijke basis voor een harde ondergrens van de vaccinatiegraad ontbreekt volgens het RIVM.
5 Volgens het CBG en het RIVM ontbreekt het wetenschappelijke bewijs dat het BMR-vaccin veilig is.
6 Het RIVM bepaalt de vaccinatiegraad op 2 manieren en publiceert het resultaat van de methode die het laagste resultaat oplevert.
7 Is het advies (1973) tot invoering van de algehele mazelenvaccinatie gebaseerd op een selectieve kijk naar de effecten van mazelen?
8 Zijn duizenden sterfgevallen voorkomen dankzij het RVP?
9 Het CBG negeert bewust de voorwaarden in de bijsluiter van het bmr-vaccin M-M-RVAXPRO om overlijden als bijwerking op te nemen.
10 Desinformatie definitie (kst-30821-230).
11 Effectiviteit vaccinatie mazelen.


1 De aangeboden waarheid

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/de-aangeboden-waarheid/

De Rijksoverheid maakt gebruik van een sturend communicatiemodel bij het verspreiden van informatie over vaccinaties. Ook leden van de Tweede Kamer die vinden dat de regering meer moet doen om de vaccinatiegraad te verhogen maken hiervan gebruik.

Dit model komt globaal neer op het benadrukken van de voordelen van een vaccin en een vaccinatie en wijzen op de nadelen en risico’s van het niet vaccineren en het doormaken van de ziekte. Verder is dit model gericht op het stimuleren van het vaccineren en het verhogen van de vaccinatiegraad. Het optimaliseren van de “informed consent” is niet aan de orde. De nadelen van de vaccinatie en de voordelen van het doormaken van de ziekte komen (vrijwel) niet aan de orde. Wie dit wel onder de aandacht wil brengen loopt het risico te maken te krijgen met repressie. Voor voorbeelden daarvan hoef je maar terug te kijken naar de coronajaren.

Je ziet het pas als je het door hebt.

(Naar de Inhoudsopgave)


2 In Nederland geldt het idee van groepsbescherming niet volgens het RIVM.

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/rivm-ondergrens-vaccinatiegraad-niet-te-bepalen/

Het RIVM is duidelijk over het (vermeende) effect dat optreedt bij een vaccinatiegraad van minimaal 95%.

…”Het concept van de kritische vaccinatiegraad veronderstelt één grote, goed gemengde populatie, en is niet van toepassing op kleine populaties zoals scholen of kinderdagverblijven.”…(p3/12)

Bron:    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-905476.pdf
Een ondergrens voor de vaccinatiegraad in Nederland. RIVM 25-09-2019

Uitbraken zijn dus niet te voorkomen.

(Naar de Inhoudsopgave)


3 Grootschalige mazelen epidemie bij hoge vaccinatiegraad

In Nederland hebben zich in 1999 en 2013 zijn er twee grote mazelen epidemieën voorgedaan (afb 1). De BMR vaccinatiegraad was toen in

  • 1999 en 2000 respectievelijk 95,4% en 95,2% (afb 2);
  • 2013 en 2014 respectievelijk 94,8% en 93,8% (afb 3).

Een lange periode waarin de vaccinatiegraad boven de 95% lag heeft die de epidemie van 1999 niet kunnen voorkomen. De oorzaak voor wordt gelegd bij de gebieden met een lage vaccinatiegraad.

afb 1: Mazelen meldingen 1970 t/m 2025 (RIVM)Bron:  https://www.rivm.nl/mazelen/actueel
(geraapleegd op 10-07-2025)

afb 2: Vaccinatiegraad 1995 t/m 2024 (RIVM)Bron:  https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2024-0044.pdf

afb 3: vaccinatiegraad 2005 t/m 2021 (RIVM) Bron: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2024-0044.pdf

(Naar de Inhoudsopgave)


4 Een wetenschappelijke basis voor een harde ondergrens van de vaccinatiegraad ontbreek volgens het RIVM

Uit: : https://onderzoekvaccins.nl/rivm-ondergrens-vaccinatiegraad-niet-te-bepalen/

Op 11 oktober 2019 staat in de kabinetsreactie advies «Prikken voor elkaar» aan de Tweede Kamer:

…”U vindt dit rapport als bijlage bij deze brief. Het RIVM concludeert in het rapport dat er geen wetenschappelijke basis is voor een harde ondergrens.”

Bron:  https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32793-450.pdf
(P7 laatste regel)

(Naar de Inhoudsopgave)


5 Volgens het CBG en het RIVM ontbreekt het wetenschappelijke bewijs dat het BMR-vaccin veilig is.

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/reactie-op-verder-met-vaccineren/  (zie bijlage A)

In de email van 28-12-2018 van het RIVM aan mij staat:

…”Dit betekent dat noch het RIVM noch het CBG in staat is de veiligheid van het BMR-vaccin met wetenschappelijk onderzoek te onderbouwen.”

(Naar de Inhoudsopgave)


6 Het RIVM bepaalt de vaccinatiegraad op 2 manieren en publiceert het resultaat van de methode die het laagste resultaat oplevert

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/rivm-ondergrens-vaccinatiegraad-niet-te-bepalen/

De hoogte van de vaccinatiegraad verschilt met de methode van meten. Het RIVM noemt twee methoden:

    • 1e Methode: het meten van de vaccinatiegraad van een geboortecohort op een vast moment (stippellijn figuur 3).
    • 2e Methode: het meten van de actuele vaccinatiegraad van een geboortecohort (vaste lijn figuur 3).

De lagere waarden van methode 1 (stippellijn figuur 3) worden gepubliceerd door het RIVM.

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-905476.pdf (p5/12)(definitief: 25-09-2019)

(Naar de Inhoudsopgave)


7 Is het advies (1973) tot invoering van de algehele mazelenvaccinatie gebaseerd op een selectieve kijk naar de effecten van mazelen?

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/reactie-op-verder-met-vaccineren/ (zie bijlage D)

In 1965 is er een groot onderzoek gedaan onder ruim 10.000 kinderen. In 1967 trekt een zware commissie van de Gezondheidsraad daaruit de volgende conclusie:

…“Uit het bovenstaande blijkt dat het risico, voortvloeiende uit het doormaken van mazelen en haar complicaties, hoewel in de huidige omstandigheden in Nederland niet bijzonder groot, toch ook niet geheel te verwaarlozen is.”…
(Advies 1967: blz. 29)

Op basis van hetzelfde onderzoek en dezelfde data wordt in 1973 door een lichte commissie de volgende conclusie getrokken:

…“Uit bovenstaande gegevens blijkt dat het risico ten gevolge van mazelen niet is te verwaarlozen.”…
(advies 1973: blz. 4).

Het gedeelte dat de complicaties bij het doormaken van mazelen in Nederland niet bijzonder groot zijn is weggelaten. Hiermee wordt het risico van het doormaken van de ziekte mazelen sterker aangezet. Als daar reden toe was had dat op zijn minst aangegeven kunnen worden. Nu daar geen melding van wordt gemaakt neigt dit naar misleiding.

Beide adviezen van de Gezondheidsraad zijn te downloaden: https://onderzoekvaccins.nl/downloads/

(Naar de Inhoudsopgave)


8 Zijn duizenden sterfgevallen voorkomen dankzij het RVP?

Zie: https://onderzoekvaccins.nl/kritiek-op-gebruik-conclusie-van-wijhe/

Uitspraak staatssecretaris VWS tijdens debat op 4 april 2024 over de dalende vaccinatiegraad in de TK

Op 4 april 2024 heeft in de Tweede Kamer het debat over de dalende vaccinatiegraad plaatsgevonden. Tijdens dat debat zei Van Ooijen staatssecretaris VWS :

…”We hebben geprobeerd om het te berekenen: het Rijksvaccinatieprogramma heeft sinds de invoering in 1957 zo'n 9.000 tot 10.000 levens gered. Dat is een ongekend hoog aantal. Daarmee is vaccineren een van de belangrijkste preventieve maatregelen die we tot onze beschikking hebben.”…

Bron: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail/2023-2024/61

Bron van de cijfers in de uitspraak van de staatssecretaris VWS

Deze uitspraak is gebaseerd op het promotieonderzoek van Maarten van Wijhe uit 2018:

The public health impact of vaccination programmes in the Netherlands. A historical analysis of mortality, morbidity, and costs
https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/63962385/Complete_thesis.pdf

Het aantal is in de Tweede Kamer uit de context van het onderzoek gehaald

In het onderzoek wordt 6 tot 12 duizend als bandbreedte genoemd. Het aantal dat de staatssecretaris noemt klopt binnen de context van het promotieonderzoek. Maar als deze zin los van de context van het onderzoek wordt teruggebracht tot “het Rijksvaccinatieprogramma heeft sinds de invoering in 1957 zo'n 9.000 tot 10.000 levens gered” dan zet je mensen op het verkeerde been.

Met de volgende opmerkingen wordt dat onderbouwd.

1) Alleen difterie en kinkhoest spelen een rol

In Hoofdstuk 2 tabel 2.1 op blz. 29 is te lezen dat slechts 7 kinderziektes uit het hele Rijksvaccinatieprogramma zijn betrokken bij het promotieonderzoek. En van die 7 zijn difterie en kinkhoest goed voor tussen de 6.000 en 11.000 gevallen. Dat is vrijwel de gehele range. Rodehond en de bof spelen geen rol. Mazelen heeft een marginale bijdragen (tussen de 10 en 30 gevallen).

Het een en ander is daarover te lezen. https://onderzoekvaccins.nl/kritiek-op-gebruik-conclusie-van-wijhe/

Tabel 2.1 is daar ook terug te vinden. 

2) Spanning tussen feitelijke ontwikkeling en extrapolatie

Verder is in het onderstaande figuur 2.5 uit het onderzoek van Van Wijhe te zien dat de extrapolatie (rode gebied) niet aansluit bij de feitelijke ontwikkeling voorafgaand aan de invoering van de massavaccinatie. Met als gevolg een (mogelijk forse) overschatting van het aantal sterfgevallen dat is voorkomen door de invoering van de difterie massavaccinatie.

3) Afwijkende periode

Ten derde gaat het in dit promotieonderzoek om personen die zijn geboren in de periode 1953 en 1992. Terwijl Van Ooijen zijn getallen koppelt aan 1957 het jaar van de invoering van het Rijksvaccinatieprogramma en de gehele periode daarna.

4) Het is een modelschatting

Ten vierde laat Van Ooijen buiten beschouwing dat het om een voorspelling gaat op basis van een modelschatting. Je weet dus niet of dit (het voorkomen van overlijdens) zich in de werkelijkheid ook heeft voor gedaan. Verder ben bij een model afhankelijk van de aannames die bij het model horen.

5) Er is een wetenschappelijke discussie

Zie ook: https://onderzoekvaccins.nl/lineaire-daling-kindersterfte-1900-1950/

Ten vijfde is deze modelschatting onderdeel van een wetenschappelijke discussie. Van Wijhe maakt gebruik van een exponentieel model. Weisenborn et al. geven in hun publicatie in Epidemiology mei 2020 aan dat er ook goede gronden zijn om uit te gaan van een lineair model. Bij difterie, kinkhoest, polio en tetanus geeft het lineaire model hogere R2 waarde dan het door Van Wijhe gebruikte exponentiële model. Verder komt uit de lineaire extrapolatie naar voren dat vrijwel geen sterfgevallen zijn voorkomen als gevolg van vaccinatie tegen difterie en kinkhoest. De conclusie uit deze wetenschappelijke bron staat haaks op de conclusie die van Ooijen trekt : “Daarmee is vaccineren een van de belangrijkste preventieve maatregelen die we tot onze beschikking hebben.”… Weisenborn et. al. concluderen, dat het effect van het Rijksvaccinatieprogramma wordt overschat

Zwarte lijn = het geobserveerde sterftecijfer;
Blauw gestippelde lijn = de best passende exponentiële lijn :
Blauw gestippelde lijn = de best passende lineaire lijn;
Grijs is het extrapolatie gebied en geeft de vaccinatieperiode aan;

“Re: Estimating the Population-level Effectiveness of Vaccination Programs in the Netherlands”. De auteurs van deze publicatie zijn Toon Weisenborn (fysicus em.), Aart J. Nederveen (hoogleraar UvA) en Lukas J.A. Stalpers (hoogleraar UvA).

https://journals.lww.com/epidem/Fulltext/2020/05000/Re__Estimating_the_Population_level_Effectiveness.26.aspx

Keiharde conclusie staatssecretaris op basis van onzekere cijfers

De staatssecretaris zegt dat ze geprobeerd hebben het aantal geredde leven te berekenen. De aantallen staan dus niet onomstotelijk vast toch trekt hij een keiharde conclusie dat vaccineren een van de belangrijkste preventieve maatregelen. De invloed van hygiëne, schoon drinkwater en gezonde voeding worden onterecht geheel buiten beschouwing gelaten.

(Naar de Inhoudsopgave)


9 Het CBG negeert bewust de voorwaarden in de bijsluiter van het BMR-vaccin M-M-RVAXPRO om overlijden als bijwerking op te nemen.

 De uitgebreide correspondentie met het CBG is te lezen in https://onderzoekvaccins.nl/overlijdensrisico-ontbreekt-in-bijsluiter-bmr-vaccin/

Hier gaat het om een samenvatting.

De uitvoeringsvoorwaarde om bijwerkingen in de patiëntenbijsluiter op te nemen

In de productinformatie, die bij het BMR-vaccin hoort, staat in paragraaf 4.8a onder welke voorwaarde een (zeldzame) bijwerking wordt opgenomen in de tabel met de bijwerkingen in paragraaf 4.8b.

In sectie 4.8a staat:

…” Bovendien zijn gegevens beschikbaar over andere bijwerkingen, die werden gerapporteerd zonder causaliteit of frequentie, bij het post-marketinggebruik van M-M-RVAXPRO en/of in klinische studies en bij het post-marketinggebruik van eerdere formuleringen van monovalente en/of gecombineerde mazelen-, bof- en rubellavaccins die door Merck & Co, Inc. worden geproduceerd. Deze zijn samengevat in sectie b..”…

Bron: https://www.ema.europa.eu/nl/documents/product-information/m-m-rvaxpro-epar-product-information_nl.pdf

Meldingen van bijwerkingen m.b.t. het BMR-vaccin die betrekking hebben op overlijden

Voorbeelden van meldingen van bijwerkingen, die betrekking hebben op overlijden, bij het post-marketinggebruik van het BMR-vaccin M-M-RVAXPRO zijn onder andere te vinden in:

A) Overdrachtsdossier (WOB)
B) PSUR (WOB)
C) Onderzoek

A) Overdrachtsdossier uit 1993

Merck heeft in 1993 aan het CBG gemeld dat bij het BMR-vaccin het overlijdensrisico 0,3 per mln per verstrekte doses was .

Bron:

deel IV Par 6.b blz. 12 en 13. van de aanvraag voor registratie van MMR-I
Expert Report on the Clinical Documentation –
6b Adverse Reactions occurring after introduction to the market
Merck Research Laboratories West Point, Pennsylvania, 19486, USA –
March 26,1993

Dit document is op 2-4-2019 van het CBG ontvangen na een WOB-verzoek. Zie: https://onderzoekvaccins.nl/cbg-meb-wob-verzoek/

 

B) PSUR (Periodic Safety Update Reports)

In de Periodic Safety Update Reports (PSUR) zijn meerdere voorbeelden te vinden van overlijdensgevallen na vaccinatie die zijn geregistreerd door Merck bij het post-marketinggebruik van M-M-RVAXPRO. De afkorting M-M-R staat voor Mups-Measles-Rubella in het Nederlands is dat Bof-Mazelen-Rodehond (BMR). Ter illustratie één geval:

Bron:

Dit document is op 2-4-2019 van het CBG ontvangen na een WOB-verzoek. Zie: https://onderzoekvaccins.nl/cbg-meb-wob-verzoek/

C) Het Post-marketing review uit 2012

In een post-marketing review uit 2012 van Livano et. al. staat dat er 136 overlijdensgevallen zijn gemeld na vaccinatie met het bmr-vaccin.

Bron:

Vaccine. 2012 Nov 6;30(48):6918-26. doi: 10.1016/j.vaccine.2012.08.057. Epub 2012 Sep 7. Measles, mumps, and rubella virus vaccine (M-M-R™II): a review of 32 years of clinical and postmarketing experience.
Lievano F1, Galea SA, Thornton M, Wiedmann RT, Manoff SB, Tran TN, Amin MA, Seminack MM, Vagie KA, Dana A, Plotkin SA.[https://doi.org/10.1016/j.vaccine.2012.08.057 ]

Weigering CBG in strijd met de voorwaarden in de bijsluiter van het BMR-vaccin M-M-RVAXPRO

Op 29 juni 2021 volgt nog na tussenkomst van de Nationale Ombudsman een reactie van het CBG waarin o.a. staat:

…”Een verhoogd risico op een bijwerking wordt alleen opgenomen in de productinformatie of bijsluiter als een oorzakelijk verband redelijkerwijs aannemelijk is.”…

Er is voldaan aan de voorwaarden, zoals geformuleerd in paragraaf 4.8a van de BMR-bijsluiter. Toch weigert het CBG overlijden op te nemen in de tabel met bijwerkingen in paragraaf 4.8b van de productinformatie van het BMR-vaccin M-M-R-VAXPRO.

De Nationale Ombudsman beoordeelt dit als een meningsverschil tussen mij en het CBG en ziet geen aanleiding om verder onderzoek te doen.

De instituties sluiten de rijen.

(Naar de Inhoudsopgave)


10 Desinformatie definitie (kst-30821-230)

Uit: https://onderzoekvaccins.nl/problemen-bij-aantonen-desinformatie/

Definitie

De definitie van desinformatie is overgenomen uit de Kamerbrief van 17 juni 2024 (kst-30821-230) :

…”Desinformatie is (onafhankelijk van de inhoud, producent/verspreider of wijze van verspreiding), het doelbewust, veelal heimelijk, verspreiden van misleidende informatie, met het doel om schade toe te brengen aan het publieke debat, democratische processen, de open en kenniseconomie of volksgezondheid.

Daarmee kan het de nationale veiligheid raken. Het is een vorm van schadelijk, maar vaak legaal gedrag. Desinformatie hoeft niet altijd onjuiste informatie te bevatten. Het kan een combinatie zijn van feitelijke, onjuiste of deel onjuiste informatie, maar altijd met de intentie om te misleiden en te schaden.”…

Bon: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30821-230.pdf

De kwalificatie van desinformatie zou dus alleen mogen worden gebruikt als aan die informatie aan deze definitie voldoet. Word je als persoon of organisatie beschuldigd van (het verspreiden van) desinformatie. Dan is het interessant om te kijken of je de beschuldiger zich schuldig maakt aan laster en/ of smaad.

In de media en ook in de Tweede Kamer valt bij het onderwerp vaccinatie regelmatig de term desinformatie waarbij het soms om onwelgevallige informatie gaat. Impliciet wordt daarbij kennelijk verondersteld dat informatie die een (veronderstelde) negatieve werking heeft op de vaccinatiegraad de volksgezondheid ondermijnd. Gaat het om juiste informatie dan levert dat ook een bijdrage aan de informed consent.

Laster

Met het beweren dat een actor desinformatie verspreid zeg je dus dat die actor schade heeft toegebracht aan de democratische rechtsstaat en dat er ook de intentie was om die schade te veroorzaken.

Om aan te tonen dat er sprake is van desinformatie, is de constatering van een factchecker, dat een bewering onjuist is, uiteraard niet voldoende. De schade en de intentie moeten dan ook nog worden aangetoond.

Als niet onomstotelijk is aan te tonen dat het bericht voldoet aan de definitie van BZK dan mag je iemand niet beschuldiging van het verspreiden van desinformatie. Iemand onterecht betichten van het verspreiden van desinformatie kan worden gezien als laster.

(Naar de Inhoudsopgave)


11 Effectiviteit vaccinatie mazelen

Bij 5% van de kinderen slaat het BRM-vaccin niet aan na 1e vaccinatie

…”Seroconversie treedt op bij 95% na 1 vaccinatie (indien gevaccineerde >12 maanden oud is) en bij ongeveer 99% na de 2e vaccinatie (ACIP 2013).
De 2e vaccinatie wordt bij kinderen gegeven om die 5% kinderen die nog geen immuniteit hebben een tweede kans op bescherming te geven. Als er al voldoende immuniteit is zal het levende vaccinvirus niet aanslaan, maar worden weggevangen; het vaccin doet dan dus niets. Als er nog heel weinig bescherming is volgt er eventueel een respons met weer verhoging van de antistofspiegels. “…

Bron: https://lci.rivm.nl/factsheets/bmr-vaccinatie#beschermingsduur-en-revaccinatie

Ook als alle kinderen in een kinderdagverblijf zijn gevaccineerd blijft er een risico op een uitbraak. Dat komt omdat bij de 1e vaccinatie bij 5% van de kinderen het vaccin niet aanslaat. Bij een geboortecohort van 150.000 kinderen gaat het om 7.500 gevallen bij wie het vaccin niet aanslaat. In het kindercentrum weet je niet bij wie dat wel en niet het geval is.

Na de 2e BMR-vaccinatie worden die 7500 (5%) gevallen teruggebracht tot 1500 (1%). De kosten (bijwerkingen) bij die 142.500 (95%) kinderen ten gevolge van de tweede vaccinatie worden nooit afgewogen tegen de opbrengsten dat bij 5000 kinderen het vaccin nu wel aanslaat.

Over de bijdrage aan de groepsbescherming is het RIVM duidelijk:

…”Het concept van de kritische vaccinatiegraad veronderstelt één grote, goed gemengde populatie, en is niet van toepassing op kleine populaties zoals scholen of kinderdagverblijven.”…(p3/12)

Bron: Een ondergrens voor de vaccinatiegraad in Nederland. RIVM 25-09-2019
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-905476.pdf

Uitbraken zijn dus niet te voorkomen.

Afname van de bescherming mazelen vaccinatie (waning immunity)

Dan is er ook nog de afnemende werking van het vaccin. Dat wordt door het RIVM geschat op minder dan 3%. Dit betekent dat contacten met mensen die in landen zijn geweest met een verhoogd risico een reële kans hebben om het virus in het kinderdagverblijf te brengen

…”Op basis van recent populatieonderzoek in Nederland wordt geschat dat waning immunity bij minder dan 3% van de gevaccineerden optreedt “…

Bron: https://lci.rivm.nl/factsheets/bmr-vaccinatie#beschermingsduur-en-revaccinatie

Daarbij komt nog personen die niet-gevaccineerd maar wel de mazelen hebben doorgemaakt er wel zeker van zijn dat ze geïmmuniseerd blijven tegen het virus.

Voor de invoering van de massavaccinatie BMR had vrijwel iedereen mazelen doorgemaakt. Na de invoering van de massavaccinatie BMR daalt deze groep jaarlijks.

PFAS tast immuunsysteem aan en mogelijk de respons op vaccinaties.

Van PFAS is bekend dit het immuunsysteem aantast, wat mogelijk leidt tot een verminderde respons op vaccinaties. In hoeverre PFAS de waning immunity en de seroconversie beïnvloedt is niet bekend.

Vaccinatiegraad crèche zegt niks over besmettingsrisico

Zie: https://onderzoekvaccins.nl/kindercentra-en-vaccinatie-wetsvoorstel-35049-afronding-schriftelijke-voorbereiding-eerste-kamer/ (punt 6)

Volhouden dat met een zo hoog mogelijke vaccinatie graad de veiligheid wordt geoptimaliseerd in een kinderdagverblijf is wegkijken van de onmogelijkheid om vast te stellen hoe groot de reële kans op een uitbraak is.

T. Kloosterman en E. Hofstra, «Vaccinatiegraad crèche zegt niks over besmettingsrisico», Medisch Contact, nr. 15 (2017), p. 21.
https://www.medischcontact.nl/web/file?uuid=a0e139c5-9347-4726-967f-275ef94863c4&owner=e676e4b7-94b4-4e0f-bcac-4ea20ddbb802

(Naar de Inhoudsopgave)

* * * *

1 Naar: Homepage

2 Naar: Facebook onderzoekvaccins

3 Naar: MeWe Onderzoekvaccins

4 Naar: Twitter: @onderzoekvaccin

5 Naar: Telegramkanaal Onderzoekvaccins 

Abonneer je op het Telegramkanaal en je wordt op de hoogte gehouden van nieuwe publicaties op deze website. Het abonneren in Telegram is hetzelfde als volgen op Facebook.